Spakenburg

Ik vind er niks aan, zei ik tegen Jan toen we Bunschoten-Spakenburg inreden. Die twee dorpen gaan in elkaar over en we kwamen eerst door Bunschoten, en dat was gemiddeld saai. Een kanaaltje met aan weerszijden gemiddeld lelijke huizen en een kerk natuurlijk. Die was ook niet bijzonder, behalve dat je op het parkeerterrein ervan gratis kon parkeren, althans voor kerkbezoekers was het gratis. Dus dat deden we dan maar. Vandaar liepen we in de richting van wat we dachten dat het centrum moest zijn. Ik was er niet kapot van moet ik zeggen, om het zacht uit te drukken.

Jan wist dat er een haventje moest zijn, dat was mij volkomen onbekend. Mijn topografische kennis van het gebied ten oosten van Amsterdam reikt niet verder dan Diemen, ik wist niet eens dat het dorp aan het IJsselmeer ligt. Dus okay, gaan we daar naartoe. Toen we daar aankwamen viel mijn bek open. Het haventje leek wel een filmset, gebouwd voor een film over de middeleeuwen. Het middelpunt ervan was een antiek aandoende scheepswerf waar de handnijverheid van afspatte. Het was schilderachtig mooi. Ik dacht echt: hier moet ik niet te lang blijven want anders wordt ik spontaan ook streng christelijk, zoals deze hele bible-belt-gemeente.

Qua klederdracht viel het wat tegen, ik zag maar één vrouw met de karakteristieke Spakenburgse outfit. Wat me trouwens wel verbaasde is dat er een feest-café was, en volgens mij was dat niet een pand waar gevolksdanst werd. Het zag er niet echt uit alsof het druk bezocht werd, maar dat zal wel met Corona te maken hebben gehad. Het is daar een hotspot voor het virus, en dat was bijvoorbeeld ook te merken in de viswinkel waar Jan een broodje makreel en ik een patatje nam. We moesten buiten op het bestelde wachten terwijl het berekoud was en binnen lekker warm, en mochten niet eens onder de luifel van de winkel blijven staan werd ons streng medegedeeld. Maar lekker was het wel.

Wat ons ook verbaasde was dat het in niet-Corona dagen en met mooi weer toch aardig toeristisch leek te zijn: er lagen veel zeilboten die tochtjes aanboden over het IJsselmeer met als wervende tekst dat dat heel gezellig was. Maar hoe we ons het hoofd ook pijnigden, we konden ons geen voorstelling maken van wat die Spakenburgse gezelligheid nou zou moeten inhouden. Het zou, dachten we, waarschijnlijk niks te maken hebben met het Laakse strand waar we hierna een kijkje gingen nemen. Dat is namelijk een naaktstrand. Hoewel de gezelligheid daar ook tegenviel, geen badgast te bekennen, was het er wel prachtig en hebben we er de zon zien ondergaan. Die foto’s komen nog.

Groetjes

René

Het feesthuis/feest-café.
Ze houden er wel van….eh…..kinderen maken, lijkt me.