Lopend zie je meer
Gisteren vanuit de tuin naar huis gelopen, via een andere pont het IJ overgestoken, namelijk die naar het Azartplein, en zo langs het IJ tot het station gewandeld. En verder de gewone weg genomen.
Lopend zie je meer dan fietsend, fietsend meer dan brommend en brommend meer dan met de auto. Maar het meest zie je als je stilstaat. Ik heb ooit al eens een pleidooi voor stilstaan gehouden. Dat is eigenlijk ook een mooi hulpmiddel bij het besef van het HIER en het NU. Je zou dat als een soort meditatie kunnen gebruiken, een oefening in aanwezigheid.
Maar goed, ik kende de weg maar zag de bekende dingen toch weer anders dus, in een ander licht. Ook letterlijk, want het licht is altijd anders en nu begon het tijdens de wandeling ook nog eens te schemeren.
Ik zag de zon ondergaan.
Ik genoot.
Groetjes
rené
PS: Dudley had gisteren een tweede grote tak van een vlinderstruik afgerukt, ben benieuwd wat Eunice gaat doen.
Ja. Stilstaan is het begin alsook einde van beweging. Net als verveling. En wandelen is jezelf steeds uit evenwicht brengen. En dat weer ‘corrigeren’. De verbrandingsmotor is weer ’n iets ander construct, ofschoon ook mooi. Allemaal grandioze, raadselachtige fenomenen toch? Althans, in mijn optiek. 🙂
🙂