Geuzenveld-Slotermeer

Een paar weken geleden, om precies te zijn op 7 februari, heb ik eindelijk iets gedaan wat ik al lang van plan was maar waar het nooit van kwam: op het C.S. een of andere tram pakken en tot het eindpunt blijven zitten. Op die dinsdag stond lijn 13 voor me klaar met als einddoel Geuzenveld, en die heb ik genomen. Ik woon inmiddels 44 jaar in Amsterdam en ik ben nog NOOIT in Geuzenveld geweest!
Onderweg begon ik er een beetje spijt van te krijgen, want het is bepaald geen toeristische route die de tram volgt, en de weg was lang en het was mooi weer. Maar voor de verbreding van je horizon moet je wat over hebben, toch? Bovendien had ik nulkommanul verwachtingen, ik zou wel zien wat er zou gebeuren, dus het was wel draaglijk.
Ik schat dat ik een minuut of twintig daar rondgescharreld heb, wat fotootjes gemaakt om te laten zien hoe het er uitziet, voor degenen die er ook nooit komen. Ik zou bijna zeggen: dan hoef je niet zelf op onderzoek uit, erg fotogeniek vond ik het namelijk niet. Ik vond een bus die naar het centrum reed en die heb ik genomen, tot middenin Slotermeer. Daar ben ik uitgestapt want plotseling kwam een oude herinnering bovendrijven. Mijn opa en oma hebben rond 1956 hun sigarenzaak op de Zeedijk verkocht en zijn toen in Slotermeer gaan wonen, en daar heb ik als kind nog een paar herinneringen liggen. Ze gingen wonen in de Bertus van Grouwstraat, en ik wilde wel eens zien of ik die kon vinden en kijken wat ik dan zou voelen. Met Google maps was ik er zo.
In 1956 (of was het 57?) heb ik daar gelogeerd toen mijn ouders een verlate huwelijksreis maakten naar Zuid-Frankrijk. Mijn zus werd toen bij mijn opa van moeders kant gestald in Breda. Die vakantie van mijn ouders begon trouwens met een busreis, mannen en vrouwen sliepen apart. Ik herinner me van die logeerpartij alleen nog dat mijn oma, waarmee ik erg goed kon opschieten, vaak pannenkoeken voor mij bakte waar ze dan suiker op strooide die tussen je tanden knarste. Als ze achter het fornuis stond hadden we een soort running gag: ik mocht haar dan op haar brede achterwerk slaan waarbij ze bij elk slagje een wind liet, tot groot vermaak van haar zesjarige kleinzoon.
Ik wist natuurlijk het nummer niet meer in de Bertus van Grouwstraat, maar wist zeker dat ze geen bovenburen hadden. En er waren maar drie huizen zonder bovenbouw. Ik had de keus tussen twee huizen: nr 35 of nr 37 (nr 39 was een hoekhuis en dat was het zeker niet). Qua indeling leek 35 mij het waarschijnlijkst, plus dat ik dacht dat er geen balkon was dus 37 viel af. Ik kan het maar bij 1 persoon navragen, dat is mijn tante Riet die met een broer van mijn vader was getrouwd. Alle broers en zussen van mijn vader en hun respectievelijke partners, op deze tante na dus, zijn namelijk overleden. En aan neven en nichten heb ik wat dat betreft ook niks want ik ben de oudste. Maar mijn nicht Monica reageerde en had in een archief gevonden dat het toch 37 was!!
Wat ik me ook nog herinnerde is dat ik op de dijk gespeeld heb waar nu de trein overheen gaat. Ik herinner me dat die er jaren en jaren ongebruikt bij lag en dat ervan gezegd werd dat het nog maar de vraag was of die ooit ergens voor gebruikt zou worden.
Mijn opa en oma zijn daar allebei gestorven, maar dat hoorde ik elke keer pas achteraf, want begrafenissen vonden mijn ouders kennelijk te zwaar voor mijn tere kinderzieltje. En dat heb ik altijd als een gemis ervaren. Wel weet ik nog van een keer dat mijn opa voor het raam op een bed lag, uitkijkend over het tuintje, en dat dat een speciale gebeurtenis was. Achteraf begreep ik dat dat voor mij het afscheid van hem was. De broers van mijn vader draaiden op een pick-upje het singeltje “Non je ne regrette rien” van Edith Piaf toen tientallen malen om de tekst op te kunnen schrijven, het pre-digitale tijdperk. Dat had vast met zijn aanstaande dood te maken. Hij zag er uitgeteerd uit, dat herinner ik me ook nog. Longkanker: mijn opa rookte altijd de mislukte sigaren op die hij niet kon verkopen. Mijn vader trapte na zijn dood in het bijzijn van mijn moeder, mijn zus en mij zijn laatste sigaret uit op de Europalaan in Eindhoven, vooral op aandringen van mijn zus meen ik me te herinneren, en heeft daarna nooit meer gerookt.
Hoe ouder dat je wordt, hoe meer je terug kijkt.
Groetjes
rené






Het rode gebouw hierboven stond aan een soort pleintje waar een bus vertrok naar het centrum, en die heb ik genomen.






MIJN NICHT MONICA SCHREEF DAT ZE IN EEN ARCHIEF GEVONDEN HAD DAT HET NR. 37 WAS:







Hoi René,
Ik heb even in het archief van pa gedoken. Opa en oma hebben op Bertus de Grouwstraat 37 gewoond,
Hoi Monica: hartstikke bedankt, ik ga de foto van nr 37 er nog ff bij zetten.
Lijkt mij dat dat balkon er later op gezet is. Ziet er sowieso uit alsof er in is geïnvesteerd. Koophuis geworden?
Sterkte met de longen!
O, niet eens aan gedacht, kan beslist ook!!!