De gouden tor

Op een van de twee strandjes waar we op Samos het vaakst kwamen was werkelijk niemand. Dus kon ik daar heerlijk in mijn nakie rondstruinen om beestjes te fotograferen. Er waren vooral ontzettend veel sprinkhanen, nooit geweten dat er zoveel verschillende soorten waren. Maar er waren ook andere insecten natuurlijk, en een ervan was een gouden tor. Ik had in een flits iets gouds zien landen in een struik, en wist meteen dat het een bijzonder beestje was, dus ik ben hem gaan zoeken. Op een gegeven ogenblik zag ik hem achter een uitgebloeide bloem zitten, heb hem daar gefotografeerd maar dat was echt niet genoeg, dus er volgde nog een heel traject om hem uiteindelijk goed op de foto te krijgen, dat staat hieronder beschreven.
Maar eerst nog iets over dat strandje. Dat was gelegen op een half uurtje naar beneden lopen vanaf een dorpje, of beter gezegd een gehucht want dat bestond uit niet meer dan een huis of tien. De onverharde smalle weg was echt niet geschikt om met de auto te doen, dus de drie keer dat we het strandje bezochten hebben we de auto boven neergezet en zijn we gaan lopen. Op die weg zaten, zoemden en fladderden massa’s insecten die ik allemaal wilde fotograferen, dus de tweede keer besloten we dat Jan vooruit zou lopen want dat was voor hem niet meer te doen, hoewel hij altijd heel geduldig op mij wacht als ik weer eens ergens blijf hangen om iets uitgebreid te fotograferen. Nu kon ik mijn eigen tempo bepalen en heb dan ook over de weg die een half uurtje gewoon doorlopen kost maar liefst anderhalf uur gedaan. Jan belde me op een gegeven moment op omdat hij zich ongerust begon te maken.
De foto’s van die lange afdeling komen later, dit blog gaat alleen over de insecten die ik op het strand fotografeerde, met als hoogtepunt die gouden tor.
Groetjes
René

DE EERSTE FOTO VAN DIE TOR TOEN IK HEM UITEINDELIJK GEVONDEN HAD, MAAR NIET GOED DUS IK DUWDE HEEL VOORZICHTIG DIE UITGEBLOEIDE BLOEM WEG.

MAAR DE TOR LIET ZICH METEEN OP DE GROND VALLEN, EN NADAT IK DE TAKKEN HAD WEGGESCHOVEN KREEG IK HEM IETS BETER VOOR DE LENS, MAAR VOND DAT NIET GENOEG. DUS TOEN HEB IK IETS GEDAAN WAT IK NOOIT DOE: HEB HEM OPGEPAKT EN OP HET STRAND GEZET, IN DE HOOP DAT HIJ DAAR NIET METEEN WEG ZOU VLIEGEN.

EN DAAR BLEEF HIJ ZITTEN, ALSOF HIJ VOELDE DAT ER VAN MIJ GEEN GEVAAR TE DUCHTEN VIEL, EN MISSCHIEN ZELFS WEL BLIJ DAT HIJ DOOR MIJ GEZIEN WERD.




EN NU DE ANDERE INSECTEN, EERST SPRINKHANEN WANT DIE WAREN ER IN GROTEN GETALE. dEZE LEEK WEL EEN INGEWIKKELD IN ELKAAR GEZETTE MACHINE:

HEERLIJK DIE KLAPROOSBLAADJES:

ZIE IK NOU EEN SOORT KONIJNEN-TANDEN?

DIE GELE ZIJN OOK ERG LEKKER:

ZELF SCHIJNEN ZE OOK ERG LEKKER TE ZIJN. IN THAILAND ZAG IK ZE GEFRITUURD OP EEN MARKT LIGGEN. HIER WORDT ER EENTJE DOOR MIEREN GEDOOD, IK ZAG HET VOOR MIJN OGEN GEBEUREN: HIJ WAS NEERGEKOMEN EN WERD METEEN AANGEVALLEN.

JA DE NATUUR IS NIET ZACHTZINNIG, HIER WORDT OOK WEER EEN BEESTJE DOOR EEN ANDER BEEST OPGEPEUZELD:






