Charleroi 3: industriegebied in zwart-wit

Sluis in de Sambre

Op het maken van DIT blogje over Charleroi, in zwart-wit namelijk, had ik me het meest verheugd en daarom tot het laatst uitgesteld. Maar hoewel ik de foto’s zelf prachtig vind is het toch niet helemaal geworden zoals ik het in mijn hoofd had. Ik ga toch nog eens één of meer foto’s uitzoeken die ik toch weer anders ga bewerken omdat ik bij deze foto’s toch niet het gevoel van desolaatheid kreeg dat ik in werkelijkheid dáár wel had. Maar de vraag is natuurlijk of dat dan wel lukt, misschien is het gewoon onmogelijk.

Couturier Armin van Zutphen wees me er al eens op, en dat vind ik zelf ook al jaren: dit soort ambiances zijn zeer geschikt voor mode-fotografie. Maar ik moet er eerlijkheidshalve bij zeggen dat ik ook af en toe het idee had dat een mooi blote man tussen het schroot niet zou misstaan. Maar ja, mooie blote mannen waren er niet, jammer genoeg.

Je kunt ze er natuurlijk ook in monteren. Een jaar of 15 geleden deed ik dat wel: ik ging dan de stad in om geschikte straatfoto’s te maken en dan haalde ik van porno-sites blote mannen die ik er in monteerde. Ik heb er toen een stuk of 30 gemaakt, eentje staat nog in mijn slaapkamer: een bloot rugby-team op het grasveldje midden in het Begijnhof. Dat vond ik wel een leuke combi.

Maar daar kan je niks mee natuurlijk vanwege de rechten, of je moet ze onherkenbaar maken.

Dat hier opschrijven, dat ik zoiets deed, zou ik vroeger nooit gedurfd hebben. De mensen zouden dan wel eens kunnen denken: goh, die jongen was toch zo “spiritueel” bezig, en dan doet hij DIT. Tegenwoordig weet ik dat dat er niks mee te maken heeft. Als je pretendeert een “heilige” te zijn en al die dingen die je met je ego doet verdoezelt, wordt het nooit wat. Je moet volgens mij juist accepteren hoe je bent, om er van te leren, dat in het juiste perspectief zien. Onderdrukken, wát dan ook om wat voor reden dan ook, heeft een tegengesteld effect, dan maak je het belangrijker en ga je je ermee identificeren.

Groetjes

René

Het schroot, waarschijnlijk veel van de afbraak van de oude industriële gebouwen, wordt hier in een bak gedropt waarna het geplet wordt, of misschien elders gesmolten, het leverde in elk geval een hoop stof en herrie op.
Kijk, zoiets bedoelde ik dus. Ik heb er voor de zekerheid maar mijn eigen oude kop op gemonteerd (mocht je denken dat dat goddelijke lichaam van mij was)