Achter de geraniums

Het voordeel van waar ik woon is dat ALS ik ooit de trap niet meer af kan, er is hier geen lift, en ik veroordeeld ben om de rest van mijn leven achter de geraniums door te brengen, ik me toch nooit zal vervelen.
Ik hoef maar naar buiten te kijken.
Mijn live-TV staat altijd aan.
En ik kan er ook altijd fotootjes van maken, en die hopelijk ook steeds hier neerzetten.
Wat ik dan wel zou missen is mijn tuin. Daar ben ik bijna elke dag om te snoeien nu, als het niet regent tenminste. Ik ben nu bijna klaar met snoeiwerk vanaf het pad dat langs mijn tuin loopt, pas dan ga ik verder met de binnenkant, de tuin zelf. Daar heb ik al het een en ander gedaan, maar nog lang niet genoeg.
Uiteindelijk moet ik ook bankjes gaan vervangen/repareren, en natuurlijk mijn huisje dat aan het verzakken en verrotten is. Maar dat is het leuke van de tuin: niks hoeft, er staat tenminste totaal geen druk op. Komt het vandaag niet dan komt het morgen, of volgend jaar, of een paar jaar later. Mijn huisje is zo langzamerhand al een decennium aan het verzakken en verrotten, elk jaar wil ik er aan beginnen en elk jaar stel ik het een jaartje uit. Totdat het te ver is gegaan, en dat is misschien nu al het geval maar wat dan nog? Van de buitenkant ziet het er nog aardig uit, ik kan er alleen niet meer slapen, so what?
Maar voorlopig kan ik alles nog, dus we zien wel.
Dit zijn foto’s uit mijn stuwmeer, al zijn er ook een paar heel recente bij, met name die van flowerbikeman Warren Gregory.
Groetjes
René


















