Toen ik dinsdag naar het O.L.V.G. liep voor een gesprek met de anesthesioloog zag ik hem weer: de stadsschilder. Meteen een fotootje gemaakt en gegroet, ik zag in de gauwigheid niet wat hij nou aan het schilderen was.
Toen ik er op de terugweg weer langs liep was het al bijna klaar voor mijn gevoel, weer een fotootje gemaakt en een praatje.
Omdat ik hem al een paar keer heb gefotografeerd, ZIE:
HÉ MENEER DE SCHILDER, IK KEN U
(toevallig PRECIES OP DE DAG AF 1 JAAR GELEDEN deze post over hem gemaakt, zag ik net), begin ik wat karakteristieken van zijn werk te herkennen. Ik zei hem dat ik zijn schilderijen qua verhoudingen zo correct vond dat ik dacht hij eerst een foto maakte en naar aanleiding daarvan thuis alvast een ruwe schets op papier zette. Ik meen n.l. altijd te kunnen zien wanneer schilderijen naar foto’s zijn gemaakt.
Nee zei hij, dat doe ik niet, maar dat is wel mijn makke: ik schilder teveel naar de werkelijkheid. Hij bedoelde natuurlijk alleen de verhoudingen.
Dan heeft u echt een timmersmansoog, zei ik. Inderdaad, zei hij, mijn vader was ook werkelijk timmerman, dus het zit een beetje in de genen! Ik weet niet hoe ik daarvan af kom, misschien verdwijnt het een keer.
EINDELIJK HEB IK DE ALLEREERSTE POST GEVONDEN DIE IK OVER DEZE SCHILDER GEMAAKT HEB, IN 2006! IK WIST DAT DIE BESTOND MAAR VANWEGE DE TITEL KON IK HEM NIET VINDEN: IK HEB DE POST “DE POORT” GENOEMD OMDAT HIJ DE POORT BIJ HET SLUISJE AAN HET SCHILDEREN WAS, ZIE:
VOOR EEN POST OVER ANDERE STADSSCHILDERS:
GEWOON IETS MAKEN OMDAT JE HET MOOI VINDT (EDGAR JANSEN)
Groeten
René
En deze weer op een andere dag gemaakt, andere kant uit: